VCN H2 – US H1

13 januari 2020

De man had een gelukkig leven; een fijne vrouw, een huis en leuk werk in de dienstverlening. Het waren vooral de kleine momentjes die zijn geluk maakten. Dan stond hij bijvoorbeeld voor het stoplicht te wachten en hoorde hij de sirene van een hulpdienst. Of wanneer hij gewoon in zijn bed lag en midden in de nacht een sirene hoorde. Het was door die momenten dat zijn gedachten even weggelokt werden. Je zag hem dan blij voor zich uit staren. Klaarwakker in bed, maar dromend over wat er gebeurd zou zijn. Of als hij voor dat stoplicht stond en reikhalzend uitkeek naar de straat. Zou er misschien een brandweerauto of politie verschijnen? Als het stoplicht dan op groen sprong kon hem dat even gestolen worden. Hij was namelijk aan het genieten. Diep haalde hij adem als het voorbij was. Door de neus in. En dan na één volle seconde via de mond weer uit. ‘Aaaah!’ In bed draaide hij zich om. Lepeltje-lepeltje met zijn vrouw. Hij kneep haar liefdevol in de billen en viel vervolgens in een diepe slaap.

RRRR! Pok! AU! Geschrokken en met pijn werd hij wakker. Langzaam zag hij het verbaasde gezicht dat bij die geknepen billen hoorde. De vrouw (zijn vrouw) wreef over haar elleboog. En daarna over haar billen. Waarschijnlijk was hij wakker geworden toen zijn vrouw zich omdraaide en met haar elleboog hard op zijn oog kwam. ‘He schatje, is er iets? Lekker geslapen?’ vroeg ze. ‘Ja hoor, prima.’ Zo hoorde hij zichzelf zeggen. Hij wreef in zijn ogen en geeuwde hard. Kijkend naar de rode cijfers op de digitale klok drong het ineens tot hem door. Hij zou vanochtend een kast ophalen op IJburg. Die kast had hij de afgelopen week via Marktplaats gekocht. ‘Nou ja’, dacht hij bij zichzelf, ‘dan ontbijt ik wel wat later.’

Hij had de kast nog niet goed en wel op zijn plek staan, of zijn vrouw herinnerde hem aan die andere bezigheid van dit weekend. Snel stapte hij in zijn Volkswagen. Door hard mee te brullen met ‘Have you ever seen the rain’ van Creedence Clearwater Revival ging de tijd vlug voorbij en was hij snel op de plaats van bestemming.

Hij stapte uit zijn Volkswagen Polo en zag zijn eerste viool. Hij liet zijn compagnon de ruimte inspecteren en observeerde de mannen die bewogen. Er was een nieuwe met een kleurtje bij het blauwe team. Is dat niet die verslaggever uit Brazilië? Of verwarde hij hem met die licht getinte acteur uit ‘Onderweg naar morgen’?

Bij het blauwe team viel op, dat ze één man te weinig hadden. Nu was er onder andere iemand op leesvakantie. Daarnaast ontbrak de vrouwelijke hyena. Normaal heeft een team twaalf man en één coach. Het leek dus alsof er één persoon in rook was opgegaan. Niemand scheen te weten waar hij was. Toch was er geen Amber Alert uitgegaan. ‘Typisch’, dacht onze man met zijn beurse oog.

De bewegingsstrijd ontrolde zich voor zijn neus. Fluitend, wijzend en lachend zag hij vanaf zijn troon hoe het rode team meer punten haalde dan het blauwe. De jongen in het gele shirt zag er moe uit. Hij speelde niet onaardig. Toch keek hij, alsof hij persoonlijk gecontroleerd had of er écht zoveel meren in één land kunnen liggen. Tot duizend tel je niet voor je lol. De hoofdpersoon, een man die alles gadesloeg, zag een pijnlijke grimas op de bank zitten. Wrijvend over zijn linkerkuit leek deze speler met een zweep geslagen en niet inzetbaar. Of hij gemist ging worden, was nog onduidelijk. Via 9-3 achter, kwamen de blauwen terug tot 16-13. De krullenbol en bebaarde Spanjaard midvoor waren lang niet slecht. De man zag van zijn verhoogde zetel (25-18) dat de blauwe en rode mannen van veld wisselden.

Ken (van Barbie) ging als paspop naast de bank staan. Er kwam vervolgens een man in die met de borst vooruit speelde. En ja, dat zag onze dirigent goed, het was de kastverkoper van vanochtend. Zou hij verhuisd zijn? Hij speelde met bravoure en nam de blauwen aan de hand in de tweede sonate. De start was veelbelovend en het blauwe team speelde geconcentreerd. Maar plots sneed onze dirigent zich aan iets scherps. Zat hij met een vlindermes te spelen? Werd er op het scherpst van de snede gespeeld? Of was het een scherpe opmerking van de blauwen over de volley van de rode baas? Hij pleisterde zijn wond en herpakte zich. Na het nipte verlies van 26-24 lieten de blauwe mannen in de derde sonate de laatste stuiptrekkingen zien.

De man op de troon zag dat de hoogspringende atleet vervangen werd voor een grote vriendelijke reus met een dikke enkel. En een volle zak. Het werd 25-18 via een bal in de dirigent zijn gezicht. Door zijn beurse oog zag hij de bal te laat om te reageren. ‘Au!’ Een bloedneus en een paar krokodillentranen in de kleedkamer waren het gevolg. De vrolijke ontspannen blonde jongeman op linksvoor werd aangevuld met een tint van ritmische samba. Heerlijke rake klappen veranderden het slotstuk positief. De ouverture kwam te laat, maar leverde een goed einde op (16-25). Zichtbare opluchting bij de voorganger van de blauwen, zag onze man van zijn hoge kruk (3-1).

Vervolgens ging hij weer terug naar huis in de Volkswagen Polo. Hij reed over de snelweg met één vinger met een pleister, één blauw oog en een net gestolde bloedneus. Toen werd hij plotseling afgeleid door een sirene. Blij keek hij in zijn achteruitkijkspiegel. ‘Volgen politie’ las hij na twee keer kijken. Hij slikte zijn opgewonden kwijl door en parkeerde zijn auto bij de eerste de beste benzinepomp. Hij dacht aan zijn vrouw. Hij dacht aan die zachte billen. En die harde elleboog. Hij wreef over zijn oog toen de politieagente zei de kofferbak te openen. En daar stonden ze met z’n tweeën in de open kofferbak te kijken. Een naakte geknevelde jongeman keek knipperend terug met bloeddoorlopen ogen. De agente deed de achterklep snel dicht, en mompelde dat ze hier nu echt geen zin in had. De politieauto stoof weg en de man bleef alleen achter. Hij bevrijdde de geknevelde jongen en vroeg wie hij was en wat er was gebeurd. De naakte jongeman zei: ‘Ik ben Jelmer Lubberts en zet nooit meer één voet in een geitenboerderij.’ De man probeerde de jongeman in de billen te knijpen maar verbeterde de situatie daar niet echt mee. Sindsdien zou een sirene nooit meer hetzelfde klinken.