Selectie US heren 1 – Clubmigranten

17 juni 2019

Jorrit Kalt worstelt met het selecteren van volleyballers voor het eerste herenteam van US. Zelf beschrijft hij het als volgt: ‘In de laatste weken van het seizoen 18/19 werd de lijst van volleyballers die in heren 1 wilden spelen steeds langer. Lengte is bij volleybal vaak mooi meegenomen, maar toch wist ik dat er enkele vervelende beslissingen genomen moesten worden. In iedereen zie ik vaak goede dingen.

Ook in clubmigranten. Dat zijn spelers die van een andere club komen. Maar soms is ‘opvangen in de regio’ het beste. Het probleem met volleybalteams is, dat er maar 12 spelers tijdens de wedstrijd mogen spelen. Vol is namelijk vol. Tijdens de laatste trainingen heb ik vaak laten vallen dat de lijst lang is. Ik zei dan: “De lijst is lang.” Ik heb dit gedaan in de hoop dat keuzes minder hard en onverwacht aankwamen. Ja, ik weet ook wel wat ze zeggen over zachte heelmeesters… Maar goed, ik ben uiteindelijk volleybalcoach en geen Immigratie- en Naturalisatiedienst.”

De technische commissie heeft onlangs aan Kalt gevraagd om met een definitieve lijst te komen. Kalt: “Ik kijk met een zekere jaloezie naar Christophe George bij US Dames 1. Die maakt gewoon keuzes. Klaar. Dat vind ik bewonderenswaardig. Des te meer, omdat hij uit de altijd maar verdeelde ‘Zuidelijke Nederlanden’ komt. Kan ik hetzelfde als George in de gloriejaren van US? Die had beschikking over iconische gelukszoekers als: Huijberts, Van der Meer, Abreu, Diepeveen, Houtsma en Koning.“

Twee spelers hebben gelukkig aangegeven om niet meer in het 1e herenteam te spelen. Hidde van der Hoeven vertrekt omwille van ‘gezinshereniging’ en Bas Louwaars had naar eigen zeggen ‘te weinig zicht op doorgroeimogelijkheden’ en was ‘onmenselijk behandeld’, maar heeft zich ‘nooit gediscrimineerd gevoeld.’ Dat maakte het selecteren voor mij als coach iets makkelijker.

“Maar,” vervolgt Kalt: “ik zou het echt super vervelend vinden om verkeerde beslissingen te nemen. De jongens uit het team zijn stuk voor stuk toffe gasten. Dus als ik iemand van ‘eigen volk’ uit het team zet en er een ‘clubmigrant’ in zet, dan geeft dat een enorm dubbel gevoel. Kalt twijfelt: ‘Wat moet ik nu met clublozen ten opzichte van jongens die hier bij US zijn geboren? Ik was vorig jaar nota bene zelf een clubmigrant.

Uiteindelijk heb ik de Belg en grootmeester George om raad gevraagd.’ George reageerde hulpvaardig: “Ik snap het, kwil geen ambras met u hè. Een speler moet in het team passen. Zût alors. En als het om iemand van een andere club gaat,” vervolgt de succescoach, “gebruik ik gewoon het ‘clubmigranten stappenplan’. Amai!” Hij stoot me glimlachend aan met zijn elleboog. “Ik whatsapp je de afbeelding wel even. ’T is ne plezante, met nen volleybal in ’t midden.”

Kalt: “Ik ben bang dat ik helaas afscheid moet nemen van Remco van Dongen. Hij stond bekend om zijn goede service en unieke kijk op het vluchtelingenvraagstuk (‘Vluchtelingen opvangen? Ze komen vanzelf wel weer op hun pootjes terecht.’)

Een aantal namen dwingen een zeker ‘respect’ af. Kalt: “Respect? Dat zeker.” En vervolgt hij: “Een speler als Remmert Daas valt in de buitencategorie. Misschien zie ik dat verkeerd, iedereen moet natuurlijk zijn parkeerboete betalen. Maar ja hij is echt onschendbaar, toch?” Jesper Borst, moet er natuurlijk bij omdat hij hetzelfde kapsel heeft als ik heb. Jelmer Lubbers heeft zichzelf op slinkse wijze in het team gescout. Hij is mede ‘designer’ van het ‘clubmigranten stappenplan’ dus wist hoe het werkte.

Tegen Bas, Remco en Hidde zeg ik namens het team: Bedankt!

Kalt: “Met hulp van de (bovenstaande) afbeelding en mijn compagnon in de training/coaching Lisa van de Geer, hoop ik dat we de beste spelers een verblijfsvergunning voor US heren 1(2019-2020) hebben gegeven: Johan Verhees, Casper Verdonck, Midas Snoek, Bram Koolstra, Joris Musters, Gert-Jan Muis, Jelmer Lubberts, Olaf Hoonhout, Remmert Daas, Kelvin Covalo, Jesper Borst en Jaap André.